Morus ‘Mulle’

Productbeschrijving

‘Mulle’ is een ras van de witte moerbei (Morus alba), ontwikkeld in Zweden en uitstekend aangepast aan noordelijke klimaten. Deze cultivar wordt geroemd om zijn zoete, grote vruchten, goede winterhardheid en relatief compacte groei. Daarmee is ‘Mulle’ een uitstekende keuze voor de moestuin of fruittuin in koude en gematigde streken, ook waar andere moerbeirassen moeite hebben met overleven of vruchtzetting.

🌳 Kenmerken van de plant

Groei en vorm:
‘Mulle’ groeit uit tot een middelgrote struik of kleine boom, met een hoogte van 2,5 tot 4 meter, afhankelijk van snoei en standplaats. De plant heeft een bossige, vrij compacte habitus met licht opgaande takken. Hierdoor is ‘Mulle’ uitstekend geschikt voor kleinere tuinen, hagen of zelfs als potplant in grote kuipen.

Bladeren:
De bladeren zijn frisgroen, ovaal tot onregelmatig gelobd, en vallen in de herfst geel uit. De kroon is dicht maar niet zwaar, waardoor het een luchtige en decoratieve boom is.

Bloei:
Kleine onopvallende katjes verschijnen in het voorjaar (mei-juni), waarna zich bij succesvolle bestuiving de moerbeivruchten ontwikkelen.

🍇 Vruchten en gebruik

Vruchten:
De bessen van ‘Mulle’ zijn langwerpig tot 2,5 cm, glanzend donkerpaars tot bijna zwart, en hebben een aangenaam zoete smaak met een mild aroma. Ze worden doorgaans goed gewaardeerd om hun balans tussen suiker en zuur. Rijping start in juli, vaak iets vroeger dan bij andere cultivars.

Oogstperiode:
De oogstperiode is korter dan bij bijvoorbeeld ‘Illinois Everbearing’ – doorgaans 2 tot 4 weken in juli tot begin augustus. De vruchten rijpen min of meer tegelijk af, wat handig is voor verwerking.

Gebruiksmogelijkheden:

• Vers van de struik

• In jam of moerbeigelei

• In taarten of muffins

• Invriezen of drogen

• Moerbeiwijn of likeur

Let op: de rijpe bessen zijn kwetsbaar en kunnen vlekken geven, vooral bij overvloedige vruchtval.

🌿 Teelt en verzorging

Standplaats:
Geef ‘Mulle’ een zonnige tot licht beschaduwde plek, bij voorkeur in een goed doorlatende, kalkrijke bodem. De plant is tolerant voor arme grond, maar vruchtproductie neemt toe op voedzamere ondergronden.

Winterhardheid:
Zeer winterhard, tot –30 °C, en daardoor uitermate geschikt voor teelt in Scandinavië, de Alpenlanden of koudere regio’s van Nederland en België.

Snoei:
Snoeien is beperkt nodig. Vormsnoei en het verwijderen van kruisende takken volstaan. Oogst is makkelijker bij lage snoei tot struikvorm.

⭐ Onderscheidend t.o.v. andere moerbeirassen

• Ontwikkeld in Zweden – bewezen geschikt voor koud klimaat

• Compacter en bossiger dan Morus nigra of Illinois Everbearing

• Kortere oogstperiode, maar grotere concentratie van vruchten

• Smaakvol en aromatisch, met goede balans

• Eenvoudiger te beheren in kleine tuinen